Tag: Leudal

De Graoveberg: mysterie aan de Zelsterbeek


Een van de bekendste plekken in het Leudal is de Graoveberg.  Hij ligt aan het begin van het Lange Pad, een oude oost-west verbinding die dwars door het Leudal van Neer tot aan de Roggelseweg loopt. Aan de overkant van de weg begint bij het voormalige klooster Sint-Elisabeth de verharde Sint-Elisabethsdreef naar Heythuysen.

De knoestige Graoveberg heeft altijd tot de verbeelding gesproken, en diverse volksverhalen spelen zich op deze plaats af. Welk soort verhalen dat zijn laat zich raden, want het gebied tussen Litsberg en Graoveberg stond vroeger bekend als de Heksenkelder. Een ‘kelder’ omdat de diep insnijdende beken hier voor flinke hoogteverschillen hebben gezorgd, en ‘heksen’ omdat het hier niet pluis was.
Aan de voet van de Graoveberg stroomt de sterk meanderende Zelsterbeek, die een eindje verderop samenvloeit met de Leubeek.
De Graoveberg was een van de plekken in het Leudal waar je moest oppassen voor de weerwolf. De weerwolf was een man die was bezeten door de duivel en om twaalf uur ’s nachts, met name bij volle maan, veranderde in een wolfachtig wezen dat argeloze voorbijgangers besprong. Nog tot in het begin van de twintigste eeuw meenden sommigen in aanvaring met een weerwolf te zijn gekomen. Overigens brachten de slachtoffers het in de opgetekende verhalen er altijd zonder kleerscheuren af. De  ‘weerwolf’ deed meestal niet meer dan bij iemand op de rug springen om zich vervolgens een eind te laten dragen.
Daarnaast was de Graoveberg ook de plek waar aardmannetjes, elven, watergeesten en andere wezens zouden rondspoken. Piet Abrahams uit Nunhem, die in de jaren 1970 tal van volksverhalen over het Leudal verzamelde, heeft wel eens geopperd dat dit wel eens meer dan gewoon toeval kon zijn en dat op deze plek in voorchristelijke tijden misschien natuurgoden werden vereerd. Er is niets concreets dat daar op wijst, maar heel gek is de gedachte niet. Verhalen over aardmannetjes, dwaallichtjes en soortgelijke wezens werden ook verteld in relatie tot bijvoorbeeld mottes, de middeleeuwse kasteelheuvels. Deze verhalen lijken voort te komen uit een collectief geheugen dat nog wél weet dat op die plaats ooit ‘iets’ was, maar niet meer wát.

Vast staat alleen dat de Lange Pad waar de Graoveberg aan ligt, een oude weg is die zeker al dateert van de late Middeleeuwen. Een in 1962 gevonden  Romeins muntje en een grafheuvel uit de midden-Bronstijd wijzen mogelijk op een nog hogere ouderdom van deze weg.

Was de Graoveberg een motte?

Een merkwaardige, met mythes en geheimzinnigheid omweven heuvel, die net als de meeste mottes in de buurt lag van een beek. En dat gekoppeld aan de naam Graoveberg, die misschien wel zou kunnen verwijzen naar een onbekende graaf. Zou de Graoveberg dan toch een motte zijn geweest?
Aan enkele kenmerken van een motte voldoet de Graoveberg in elk geval, en dat is wellicht ook waarom hij in 2006 archeologisch is onderzocht door bureau RAAP. Daarbij bleek niet dat de berg kunstmatig was opgeworpen, wat overigens ook geen absolute voorwaarde was voor een motte. Kijk maar naar de Aldenberg in het Duitse Arsbeck, die eigenlijk de rand is van een hooggelegen landtong.
Maar waar op de Aldenberg wel archeologische vondsten werden gedaan die wijzen op bewoning in het verleden, werd er op de Graoveberg niets gevonden. Wel constateerde RAAP dat de top van de heuvel door mensenhand is afgevlakt. Tóch opmerkelijk. Is het dan toch geen ‘gewone’ berg?

Volgens een van de verhalen die Abrahams optekende had het ontstaan van de Graoveberg trouwens helemaal niets met een mottekasteel te maken. De legende vertelt dat lang geleden in Roggel een gravin woonde die het ‘boze oog’ had. Ze stond bekend als een heks die kinderen ziek en het vee onvruchtbaar maakte. Na haar dood wilde men haar niet op het kerkhof begraven en werd haar lichaam naar de heksenkelder gebracht. Om ervoor te zorgen dat zelfs haar ziel niet uit het graf kon komen, werd er volgens de legende door de boeren uit de omgeving een enorme berg zand overheengestort. Zo ontstond de Graovinneberg die later werd verbasterd tot Graoveberg.


Meer lezen:

Piet Abrahams, Rôndj Graoveberg en Krômme Nets, Maasbree z.j.