Tag: Graftombe Heinsberg

Het grafmonument in de kerk van Heinsberg

Het grafmonument in de St. Gangolfuskerk van Heinsberg wordt beschouwd als een van de topstukken van Rijnlandse beeldhouwkunst in de vijftiende eeuw. De beeldengroep stelt graaf Johan I van Loon-Heinsberg (alias ‘de strijdbare’, overleden 1439) voor, samen met zijn eerste gemalin Margaretha van Gennep (overleden 1419) en hun zoon Johan III (overleden 1443).

De graftombe bevindt zich boven een grafkelder in het noordelijke zijschip, die direct aan de buitenmuur grenst. De kerk van Heinsberg werd in de 15de eeuw opnieuw gebouwd op de plaats van een oudere romaanse voorganger, waarvan alleen nog de crypte bewaard is gebleven. Het noordelijke zijschip wordt gedateerd op omstreeks 1450, en gezien de directe aansluiting van de grafkelder op de fundamenten van het noordelijke zijschip, wordt vermoed dat de kelder uit dezelfde periode is.

De kelder was vanuit de oostkant van het graf toegankelijk middels een schacht, die alleen diende om grafkisten in de kelder te plaatsen. Een trap ontbreekt. De toegang bleef waarschijnlijk onbekend, tot hij in 1854 weer zichtbaar werd toen er een nieuwe vloer werd gelegd. Bij die gelegenheid werd de grafkelder (2,30 x 1,70 meter en 1,90 hoog) onderzocht en werden delen van vijf menselijke skeletten aangetroffen. Op eveneens aangetroffen loden plaatjes was aangegeven dat behalve de drie op het monument afgebeelde personen ook Johan IV (de zoon van Johan III, overleden 1448) en Johan van Loon-Heinsberg, de 57e bisschop van Luik (overleden in 1459) in de kelder waren bijgezet.

Omdat alleen familieleden die voor 1443 overleden werden afgebeeld, wordt de beeldengroep gedateerd op 1443-1448. Opdrachtgever was waarschijnlijk de bisschop. Hij was een zoon van Johan de Strijdbare en Margaretha van Gennep, en een broer van Johan III. In de kelder werd ook een deel van een bisschoppelijke kromstaf aangetroffen.

De botten werden in 1854 in een nieuwe kist gelegd, waarna de kelder weer werd gesloten en voorzien van een steen met opschrift.

De datering van het grafmonument op omstreeks 1443-1448 wijst er ook op dat de overledenen eerst op een andere plaats waren begraven. Dit kan alleen zijn geweest in het klooster van de Premonstratenserinnen, waar ook de oudere heersers van het huis Heinsberg werden begraven. Dat klooster ging echter in 1542 in vlammen op tijdens de Gelderse successieoorlog, waardoor de grafmonumenten van deze oudere heren van Heinsberg onbekend zijn.

Beeldengroep

De liggende figuren (gisanten) liggen onder een rijk versierd gotisch baldakijn, en houden de handen in gebedshouding voor de borst. Hun voeten rusten op zittende leeuwtjes.

De uit kalksteen vervaardigde beelden zijn nog slechts voor een gedeelte origineel. Het grafmonument werd verwoest toen tijdens een storm in de nacht van 1 februari 1743 het gewelf van de kerk instortte. Wat nog resteerde van de beelden werd destijds ondergebracht in de grafkelder. Toen de kelder in 1854 werd herontdekt en onderzocht, vond men ook delen van de grafbeelden terug, maar besloten werd destijds om die te laten liggen.

Toen in 1880 een nieuwe communiebank moest worden geplaatst, werd de gelegenheid te baat genomen om de kelder opnieuw te inspecteren en na te meten. Dit keer werden de overblijfselen van de gisanten wel uit de kelder gehaald, evenals de uit zwarte steen vervaardigde en met wapens versierde zijwanden (wangen) van de pseudo-tombe waarop de beelden lagen.

Het best bewaard was het beeld van Margaretha van Gennep. Van de mannelijke figuren waren de hoofden, het grootste gedeelte van de bovenlichamen en de benen bewaard.  Van één figuur ontbrak de borst.

Het grafmonument wordt tegenwoordig beschouwd als een van de belangrijkste Rijnlandse beeldhouwwerken uit de vijftiende eeuw, maar de onderdelen die in 1880 uit de kelder werden gehaald, schijnen nog jaren op een hoop gestapeld op het kerkhof te hebben gelegen. Pas kort na 1900 werd begonnen met de restauratie van de beelden, door beeldhouwer Mormann uit Wiedenbrück, die dat werk in 1907 voltooide.

Bij het Engelse bombardement van Heinsberg op 16-11-1944 liepen de beelden wederom (lichtere) schade op, en moesten ze opnieuw worden hersteld.

Overigens is er een familieband tussen graaf Johan II en het huis van Oranje. Na het overlijden van Margaretha van Gennep huwde hij namelijk met Anna, gravin van Solms-Braunfels. Uit dit huwelijk werd Maria van Loon-Heinsberg (1424-1502) geboren, die in 1440 trouwde met Jan van Nassau. Zij waren de overgrootouders van Willem van Oranje.


Literatuur:

Clemen, P., Die Kunstdenkmäler der Rheinprovinz, bd. 8, Düsseldorf 1906, pp. 514 e.v.
Frenken, W., Chronik Propsteikirche St.Gangolf Heinsberg, Heinsberg 2012.