Het grote huis aan de Markt

De verbouwing van de panden Markt 35 en Varkensmarkt 1 tot één vestiging van modegigant H&M wordt straks ongetwijfeld een van de grotere bouwprojecten in het centrum van Roermond. Vanuit monumentaal perspectief lijken de plannen van H&M niet alleen maar negatief. Belangrijkste winstpunt is dat de panden aan de Markt en Marktstraat straks weer één worden. Dat betekent herstel van de oude situatie van vóór 1871, toen het grote huis in tweeën werd gesplitst. Daarnaast komt ook de koetspoort die in de oude situatie bestond, weer terug.
De splitsing van het pand in twee woningen deed enorm afbreuk aan de allure van het huis. Dat het hier oorspronkelijk om één pand ging, was voor menige Roermondenaar onbekend, omdat de gevels van de twee helften in de loop van de jaren een totaal andere uitstraling kregen. Alleen aan de vorm van het dak was eigenlijk nog te zien dat het oorspronkelijk één pand was.
Over het pand, zijn geschiedenis en zijn bewoners is veel te vertellen. Dit stuk beperkt zich tot de beginperiode: wie bouwde het huis en hoe zag het er toen uit?

De oudste afbeelding

De oudste weergave staat op de stadskaart die Herman Janssens in 1671 maakte, en die bedoeld was om inzichtelijk te maken hoe groot de schade was van de stadsbrand die Roermond in 1665 had getroffen. Janssens tekende de huizen die geen schade hadden opgelopen met een blauw dak, en de huizen die wél beschadigd waren met een rood dak. Op die kaart zien we het grote huis aan de Markt aangeduid met een rood dak, wat zou betekenen dat het ofwel brandschade opliep, ofwel kort na de ramp werd herbouwd.
Op dat laatste scenario wijst de parallel aan de straat liggende nok. Kort na de stadsbrand vaardigde de Roermondse magistraat namelijk nieuwe bouwreglementen uit, waarin de nadruk lag op het voorkomen van nog zo’n verwoestende brand. Er werd onder andere in bepaald dat nieuw gebouwde huizen aan de voor- en aan de achterzijde moesten ‘afdaken’, met andere woorden dat de nok parallel aan de straat moest lopen. Ook mochten huizen niet meer tegen elkaar worden gebouwd, maar moesten ze worden gescheiden door een smalle brandgang. Op de kaart is te zien dat het pand aan de Markt ook aan die laatste voorwaarde voldeed. Rechts van het pand, aan de kant van de Varkensmarkt, liep een smalle steeg.
Dat het pand kort na 1665 (gedeeltelijk) werd gebouwd of herbouwd, blijkt ook uit een dendrochronologisch (jaarringen-) onderzoek naar de kapconstructie van Markt 35 dat in 2009 plaatsvond en waaruit bleek dat het hout daarvan in 1664 was gekapt en dus direct na de stadsbrand werd gebruikt voor het herstel van het pand.

Drie panden

Welke huizen vóór 1665 op deze plaats stonden, is ontrafeld door amateur-historicus Jan Ruiten, die ontdekte dat hier oorspronkelijk drie panden stonden. Het meest noordelijke, dat dus grensde aan het huidige winkelpand van Zeeman, was waarschijnlijk in eigendom van Gossen van Dulcken. In 1661 kocht het echtpaar Van Dulcken ook het pand twee huizen verderop. Het huis dat tussen de twee panden van Van Dulcken lag, was eigendom van peyburgemeester Adam Baenen. Na de brand van 1665 werd dit huis, of wat er nog van over was, eveneens gekocht door Van Dulcken, die er vervolgens een nieuw huis bouwde, conform de nieuwe voorschriften van de magistraat.

Gossen van Dulcken

Het enorme stadspaleis, straks de nieuwe H&M, is dus gebouwd door deze Gossen van Dulcken. Over hem en zijn familie is wel iets bekend. Gossen stamde uit een oud Roermonds regentengeslacht, de familie behoorde al generaties tot de hoogste burgerij. De naam Van Dulcken komt al in 1540 voor onder de schepenen. Een Goessen (ook Goossen en Gossen) van Dulcken wordt in 1596 genoemd als licentmeester, en later als een van de tienmannen van de grote ampten. Ook komt de naam voor op de lijst van raadsverwanten en in andere hogere stedelijke ambten als peyburgemeester, schepen en raadsburgemeester.
‘Onze’ Gossen van Dulcken werd na 1600 geboren en werd in december 1637 secretaris van de Raad, kort nadat Roermond volgend op een drie jaar durend ‘Staats intermezzo’ weer was ingenomen door de Spanjaarden.
Kort daarna kreeg Van Dulcken van de magistraat de opdracht om een postsysteem op te zetten, waarbij boden op vaste tijden naar bepaalde plaatsen zouden vertrekken met post van de stad en van particulieren. Bij het inrichten van de eerste lijnen, die van Roermond-Brussel en Roermond-Keulen, schijnt Van Dulcken in contact te zijn gekomen met de Rijkspost van de prinsen Von Thurn und Taxis, waarna hem werd gevraagd om voor die firma te gaan werken. In Roermond zou dan een postkantoor worden opgericht dat onder andere zou dienen als entrepot voor de post tussen Italië en Zuid-Duitsland op Holland. Gossen bleek de juiste man voor de job: hij sloot met tal van steden verdragen over de postbezorging en slaagde erin om ‘Roermond’ uit te bouwen tot een belangrijk kantoor in het internationale Rijkspostsysteem.
Door deze zakelijke successen werd Van Dulcken een rijk man. In 1649 stichtten hij en zijn eerste vrouw Maria Spee een weeshuis voor zes meisjes tussen 8-16 jaar, uit christelijke naastenliefde en met het doel iets terug te doen voor de maatschappij. Het weeshuis bestond nog toen Gossen in 1681 overleed en werd later zelfs uitgebreid en uiteindelijk (in 1754) bij het ‘Hospitaal-Generaal’ gevoegd.
Naast zijn werk als Postmeester bleef Van Dulcken tot 1 juli 1656 actief als secretaris van de magistraat en ook daarna bekleedde hij nog diverse functies in het stadsbestuur.

Huis van de stadhouder

Het succes dat Van Dulcken in zijn functie van Postmeester had, verklaart niet alleen de rijkdom die hem in staat stelde om na 1665 een enorme woning te laten optrekken aan de Roermondse Markt, maar ook de snelheid waarmee dat gebeurde.
Ook op de tijdgenoten maakte het huis aan de Markt grote indruk. Dat bleek toen in 1680 de pasbenoemde stadhouder van het Gelderse overkwartier, Johan Frans van Nassau-Siegen, op zoek ging naar een passende woning in Roermond. De bedoeling was dat hij uiteindelijk zijn intrek zou nemen in het paleis dat voor de stadhouders werd gebouwd aan het Munsterplein en Pollaertstraat (het Prinsenhof), maar dat was in 1680 nog lang niet gereed. Als tijdelijk onderkomen hadden de Staten van het Overkwartier daarom het grote huis op de hoek van Swalmerstraat en Betlehemstraat aangekocht, maar dat was buiten de kieskeurigheid van de nieuwe stadhouder gerekend, die pertinent weigerde om dat huis te betrekken. Hij had een ander huis op het oog: dat van Gossen van Dulcken. Dat Van Dulcken er geen oren naar had, deed niet ter zake. Op 19 december liet de nieuwe stadhouder zich door het pand leiden, en al de volgende dag werd er verhuisd, ondanks protesten van Gossen, die toen doodziek in bed lag. Weer een dag later namen de prins en zijn echtgenote “avecq toute leur famille” hun intrek in het huis. Van Dulcken mocht in zijn huis blijven wonen, maar kreeg slechts een klein kamertje toebedeeld. In een protestbrief noemde Gossen het een klap dat hij op zijn sterfbed, en na zoveel jaren trouwe dienst, op deze manier werd behandeld.
Nadat ook bisschop Van Hoensbroeck, de Ridderschap en de steden van het Overkwartier druk hadden uitgeoefend op de nieuwe stadhouder, besloot deze uiteindelijk om het huis “ou il s’est logé de force” te verlaten. Gossen overleed enkele weken later, op 23 januari 1681.

Hospitael Generael

Na het overlijden van Gossen van Dulcken viel het grote huis aan de Markt toe aan zijn dochter Anna Maria en haar echtgenoot, de in Nijmegen geboren jurist Johan Frans de Bors. Deze was in de laatste levensjaren van Van Dulcken al opgetreden als diens compagnon en volgde zijn schoonvader in oktober 1680 ook formeel op als postmeester bij de Rijkspost. Behalve het grote huis aan de Roermondse Markt, had het echtpaar De Bors-Van Dulcken overigens ook het huis Overen tussen Lerop en Sint-Odilienberg in eigendom.
Anna Maria en Johan Frans kregen twee kinderen, die beiden een kerkelijke carrière hadden: Goswinus Frans (1695-1762) studeerde kerkelijk recht in Rome, promoveerde daar en werd in 1727, toen hij nog studeerde kanunnik van het kathedrale kapittel in Roermond. Zijn zus Dorothea was zuster in het Clarissenklooster in Roermond.
In 1739 vestigde kanunnik De Bors een ‘Hospitael Generael’ in het huis aan de Markt, dat echter al snel te klein bleek voor deze functie. Stadscommandant kolonel F.A. de Rulle nam daarna het initiatief tot een opzienbarende ruil. De commandant was uit hoofde van zijn functie verplicht om te wonen in het Princenhof, maar vond die woning veel te groot. Hij stelde daarom voor om hier het Hospitael Generael in te vestigen, terwijl hij van het huis aan de Markt zijn nieuwe ambtswoning zou maken. Uiteindelijk zou dit plan in 1741 worden gerealiseerd. Om die reden wordt het huis aan de Markt, dat nadien nog diverse andere functies had, nu soms nog ‘Commandantshuis’ genoemd.
Omstreeks deze periode is het huis waarschijnlijk ook verbouwd en kreeg het een modern aanzicht. Op een tekening uit 1815 van A.F. van Aefferden zien we hardstenen venster- en deuromlijstingen en een deur met een bovenlicht. De koetspoort had een kroonlijst met diepe groeven zoals die in de stad nu nog steeds op verschillende plaatsen voorkomen.

 

De rococo-latei

Op oude foto’s is te zien dat het grote huis aan het einde van de negentiende eeuw nog een mooie sierlatei in rococostijl boven de deur had. Deze latei zal zijn aangebracht bij een restauratie of verbouwing in de achttiende eeuw. Boven deze sierlatei bevond zich dan een bovenlicht, zoals is te zien op de bovenstaande tekening die A.F. van Aefferden in 1815 maakte. Het is een situatie die in Roermond meer voorkwam in de deftige panden van de 18de eeuw. Een mooi voorbeeld is het pand Kraanpoort 1, andere voorbeelden zijn te zien op de Swalmerstraat. Het mooie is dat de sierlatei van het Commandantshuis er nog steeds is: hij ligt op het terrein van het Cuypershuis. Pogingen van de Stichting Ruimte om de latei terug te plaatsen, hebben tot nu toe niets uitgehaald.


Verder lezen:

Dukers, B.A.J.T., Cultuurhistorische analyse Markt 35-Varkensmarkt 1 Roermond, Buro4, Monument en Ruimte november 2015.
Ickenroth, J., De Rijkspost in Limburg, Amstelveen 1995
http://www.janruiten.nl/klockenslagh/Roermond/Stadhouder/Stadhouders.htm
Rieter, Historisch overzicht van het R.K. Godshuis, eerder genaamd Het Hospitael Generael, Roermond 1939.