Verdwenen beelden, vergeten engeltjes

In maart 2018 attendeerde Dennis Janssen in Ruimtelijk (het blad van de stichting Ruimte in Roermond) op de vier gebeeldhouwde engeltjes aan het zuiderportaal van de kathedraal. De uit hardsteen gehouwen sculpturen dienden ooit als consoles waar heiligenbeelden op stonden en zijn misschien wel de oudste kleine monumenten in de Roermondse openbare ruimte. De eeuwenlange blootstelling aan weer en wind is met name af te lezen aan de sculptuur van de luitspelende engel, waarvan het gezicht nagenoeg is verdwenen.

Dennis opperde de engel te herstellen (“plastische chirurgie”, noemde hij dat) of anders te zorgen voor een betere bescherming. Ook andere kleine monumentjes bij de kerk dreigen verloren te gaan.

Het portaal bevindt zich aan de zuidelijke dwarsarm van de kerk en is rijker uitgedost dan andere ingangen. Het is de enige die volledig uit natuursteen is gemaakt en zal van oudsher de belangrijkste zijn geweest. In de toren bevond zich oorspronkelijk een ingang die misschien ooit als hoofdingang heeft gediend, maar deze werd in 1723 dichtgemetseld. Misschien gebeurde dat omdat de nabijheid van de stadsmuur hier storend werkte, misschien ook omdat de ingang aan de zuidkant dichter bij de Markt lag en als het ware naar de stad toe gericht was.

Verdwenen heiligenbeelden

Het zuiderportaal mag dan de rijkst uitgedoste entree zijn geweest, in vergelijking met veel andere bisschoppelijke kerken is de toegangspartij sober en zonder veel franje. En van wat er ooit was is dan helaas ook nog het een en ander verloren gegaan. De engelenbeelden dienden oorsponkelijk als consoles, waar heiligenbeelden op waren geplaatst die nu verdwenen zijn. Op de foto hiernaast, die Jan Breuer in 1945 maakte van de ingang, zijn de meeste van die beelden nog te zien. Boven de twee engelen die zich aan de binnenzijde van het portaal bevonden, waren er aan zowel de linker- als de rechterkant vier aangebracht, elk onder een gebeeldhouwd baldakijntje dat tevens leek te fungeren als console voor weer een ander beeld. Recht boven de ingang stonden nog eens drie beelden in een nis met baldakijn en één in de timpaan. De engelen aan de buitenkant van het portaal dragen eveneens een beeld.

Welke heiligen er werden uitgebeeld is niet duidelijk (misschien een Christoffel in de timpaan?), en waar de beelden zijn gebleven is eveneens onbekend. Boven de ingang zijn tegenwoordig nog slechts de (lege) nissen te zien waar de beelden in stonden, en ook zijn nog haken aanwezig waarmee ze werden bevestigd.

Het is evident dat de beelden tijdens de oorlog werden beschadigd, bij de restauratie na 1945 zijn weggenomen en dat er nooit meer nieuwe of herstelde beelden voor in de plaats zijn gekomen. Minder duidelijk is wanneer ze zijn geplaatst. Als we namelijk kijken naar foto’s die vóór de oorlog zijn gemaakt, dan zien we daar wél de engelen en de baldakijnen maar geen heiligenbeelden.­ Zelfs op een foto die is gemaakt vóór de toren op 15 mei 1892 door een blikseminslag in brand vloog, zijn geen beelden te zien.

De oude toestand is dus die van een portaal met heiligenbeelden, die al vóór de brand van 1892 zijn verdwenen. Bij de restauratie (1893-1895), waarbij de kerk een hoge neogotische torenspits kreeg, werd het zuiderportaal niet in zijn oude luister hersteld en kwamen de beelden niet terug. Dat moet pas zijn gebeurd nadat in 1921 ook die spits naar beneden instortte en er opnieuw moest worden gerestaureerd. Dat wil zeggen: ergens tussen 1922 en 1940. We hebben al gezien dat de beelden definitief verdwenen na het herstel van de tijdens de oorlog zwaar getroffen kerk.

Het enige wat resteert zijn de engelenbeeldjes. Is er iets te zeggen over de ouderdom daarvan? Is het mogelijk dat ze net zo oud zijn als de kathedraal zelf?

Ouderdom van het zuiderportaal

De kathedraal werd gebouwd na afgraving van de buiten de stadsmuren gelegen ‘Christoffelberg’ (ongeveer de huidige Buitenop) en sloop van de bebouwing die daar aanwezig was. Deze heuvel bevond zich immers juist buiten de stadsmuren, wat elke belegeraar een aanzienlijk tactisch voordeel zou verschaffen. Die potentieel gevaarlijke situatie werd zeer concreet toen het hertogdom Gelre/Jülich in 1388 tijdens de Honderdjarige Oorlog partij koos voor de Engelsen, de hertog het ook nog bestond om de Franse koning persoonlijk te schofferen en er vervolgens een Frans leger opmarcheerde in de richting van Roermond. Ook toen waren we immers al een grensstad.

Op de Christoffelberg bevonden zich belangrijke gebouwen als het versterkte huis van de Roermondse voogd en de parochiekerk, waarvoor na 1388 een nieuwe plek moest worden gezocht. De voogdij werd herbouwd nabij het huidige Wilhelminaplein, de parochiekerk op de plaats van de huidige kathedraal.

Historicus Gerard Venner heeft enkele jaren geleden aangetoond dat met de bouw van een nieuwe kerk uiterlijk in 1389 al werd begonnen, aanzienlijk vroeger dan 1400 of 1410, de jaartallen die in de literatuur doorgaans werden genoemd.

In 1422 was de kerk voltooid, maar nog in diezelfde eeuw vonden ingrijpende wijzigingen plaats door de bouw van het Sacramentskoor en het Onze-Lieve-Vrouwekoor, respectievelijk ten noorden en ten zuiden van het priesterkoor. Bij de aanleg daarvan verdwenen de straalkapellen die oorspronkelijk waren aangebracht tussen middenbeuk en transept.

Bij de restauratie na de oorlog kwam vast te staan dat het zuiderportaal, de plek waar zich onze engeltjes bevinden en die direct toegang geeft tot het zuidertransept, deel uitmaakt van de oorspronkelijke bouwmassa. Daar was in het verleden wel aan getwijfeld, omdat de transeptarmen ongewoon lang zijn in relatie tot de lengte van het schip, waardoor de plattegrond van de kerk de vorm van een Grieks kruis benadert. Een plattegrond in de vorm van een ‘gewoon’ kruis met een relatief korter transept zou meer voor de hand hebben gelegen. Ook de Jacobskapel dateert uit de vijftiende eeuw, ondanks dat die een wat vreemd aandoend aanbouwsel lijkt.

De luitspelende engel

Terug naar de sculpturen van de engelen. Zouden die zo oud kunnen zijn als het zuiderportaal zelf?

De engelen hebben allen iets in hun handen. Een speelt op een luit, de andere drie lijken te wijzen op een tekst of een boek. Is op grond van deze attributen een mogelijke ouderdomsbepaling mogelijk? De sculptuur van het luitspelende engeltje is er het slechtst aan toe, maar juist dit beeldje lijkt voor een nadere datering mogelijkheden te bieden.

“Een vroege datering in de vijftiende eeuw is niet uit te sluiten”, zegt luitist en muziekhistoricus Mijndert Jape daarover. De uit Limburg afkomstige maar al bijna 25 jaar in Frankrijk wonende Jape legde een omvangrijke verzameling aan van historische afbeeldingen van muzikanten: sculpturen, schilderijen, fresco’s die zich bevinden in kerken, kapellen en natuurlijk ook in musea.

“Als je de nog bestaande afbeeldingen chronologisch achter elkaar zet, zie je dat er vanaf de vijftiende eeuw een afname is van sculpturen die een muziekinstrument voorstellen. Daarentegen nemen schilderijen, miniaturen en illustraties met luitafbeeldingen vanaf die tijd juist toe in aantal.”

Het is echter vooral de manier waarop het Roermondse engeltje de luit bespeelt, die volgens Jape eerder wijst op een datering in de vijftiende eeuw dan later. “De positie van de rechterhand van het engeltje is evenwijdig aan die van de hals van de luit. De positie is ‘duim achter’. Gezien vanuit de toeschouwer tokkelt de duim achter de wijsvinger door de diagonale of horizontale positie van de hand. Je ziet dit in alle oude afbeeldingen van luitspelers. In de zeventiende eeuw verandert dat en bevindt zich de duim van de rechterhand vóór de wijsvinger. Kijk naar de luitspelers op de schilderijen van Frans Hals, Jan Steen, Hendrik ter Brugghen, Gerard Honthorst en vele andere meesters uit de zeventiende eeuw en je ziet dat ze het instrument allemaal anders bespelen dan in de middeleeuwen het geval was.”

Ook de appelronde vorm van de luit die door het Roermondse engeltje wordt bespeeld, wijst eerder op de vijftiende eeuw dan op een latere tijd, zegt Jape.

Uitgaande van die gegevens zouden de engeltjes zo’n zeshonderd jaar oud kunnen zijn. Als dat zo is, overleefden ze de beeldenstorm en meerdere verwoestingen van de kerk. Laten we er zuinig op zijn, en de suggestie van een ‘facelift’ serieus nemen.